zaterdag 28 december 2013

De pen en de dood
























Ik dacht vandaag aan dood en leven als een pen. Als een gouden vulpen die altijd hapert als je begint met schrijven. Je houdt hem in je hand en hij glijdt een beetje. De inkt wil nog niet. Hij moet wennen aan het papier, aan de beweging.

Als je ter wereld komt haper en huil je.

Als de vulpen na een tijdje mooie volle letters aan het papier toevertrouwt wil je het liefst niet stoppen. Het liefst zou je alle woorden aan elkaar schrijven om niet los te hoeven laten.

Alsof je volledig wil leven. Vierentwintig uur en nooit minder. 

De gouden vulpen lijkt volmaakt als hij in je hand ligt. Niemand schrijft zo mooi als hij.
Dat hij soms vlekt, daar probeer je je niets van aan te trekken. Soms is het ook maar een stipje waar ieder ander overheen zou kijken. Maar andere keren is de vlek groot en zwart en zie je hoe de inkt verdrinkt in de structuur van het papier.

Geen leven is vlekkeloos.

Hoe langer je schrijft hoe lichter je letters. De inkt raakt op en de verhalen over vroeger die je aan het papier vertelt zijn moeilijker leesbaar. Woorden vervallen. Je vlekt nog meer omdat je hand soms trilt. Of omdat er een traan op het versgeschreven woord 'liefde' valt, en het onleesbaar maakt. De water en de inkt verdrinken dan in de structuur van het papier. Ze verdrinken en vergeten dat ze er waren.

De laatste letters die je schrijft zijn helder omdat je kracht zet. Je laatste. De punt die je zet wordt een dikke, definitieve. Tot er een traan op valt en hem vervaagt.

1 opmerking: