vrijdag 11 oktober 2013

Een week zonder geld





















Hij was schoonmaker op een vliegtuig toen ik hem ontmoette in Zweden. Ik logeerde bij een vriend van hem in Stockholm. Een half jaar geleden kwam hij buurten in Utrecht. Zijn dreads waren nog net iets viezer en zijn rugtas was nu zijn enige bezit. Hij had op een dag zijn bezem neergesmeten omdat hij er toch niet op kon vliegen. Hij wilde vrij zijn en pakte het vliegtuig. Toen ik hem ontmoette was hij op doorreis naar Thailand. Hij zou daar op een boerderijtje gaan werken of een zelfvoorzienend dorp starten - de meeste grond is er toch gratis. Hij vond geld maar een achterhaald concept. Je kon best zonder.

Toen ik met hem een biertje dronk dacht ik: "Ja mooi is dat, moet ik zeker betalen!" Ik vond hem naïef en idealistisch.

Afgelopen vrijdag verloor ik mijn pinpas op Amsterdam Amstel. Ik had nog 1.70, twee pakken broodbakmix, een half zakje havermout, een pompoen van de volkstuin van mijn ouders en een pak melk. Het zou een week zonder geld worden, want de ING is niet zo bijster snel in het toesturen van een nieuwe pas. Ik vond het een uitdaging: leven met wat er in huis is en ondertussen eens nadenken over afhankelijkheid van geld.

Hoe overleef ik?
De eerste avond besloot ik mijn laatste geld op te maken bij de Vietnamees op de hoek. Ik had precies genoeg voor een patatje zonder. Hij keek me enigszins verbaasd aan toen ik elf tien centjes en drie twintig centjes in zijn hand kieperde. Ik had ze bij elkaar gespeurd. Er zaten wat losse muntjes onderin mijn tas en in mijn bakje met haalelastiekjes vond ik ook wat terug. Mijn pennenbak bleek een goudmijn, en ik ontdekte dat het letterlijk loont om soms eens onder je bed te duiken. Nadat ik mijn patatjes had opgepeuzeld was mijn geld (en het product waarin mijn geld was omgezet) echt op.

De rest van de week bakte ik brood in zuinige beetjes. Een half pak in de oven en dan het brood in tweeën. Ontbijt en Lunch. Toen het brood op was ging ik over op de havermout. Het is zeer therapeutisch om 's morgens in een pan te roeren. Het voelde alsof ik iets overwon.

Ik merkte dat ik het naar vond om honger te hebben op het station en gewoon écht niet in de mogelijkheid te zijn iets te kopen. Dat vond ik kwalijk van mezelf. Ik ben blijkbaar gewend altijd te kunnen kopen. Dat kunnen niet alle mensen op de wereld.

Ik ben de week doorgekomen zonder geld uit te geven. Helemaal niet zo knap want ik at bijna alle avondmaaltijden buiten de deur. Alleen woensdag kon ik de pompoen verbouwen tot soep voor twee. Ik moest ook soms wel geld lenen. Voor een treinkaartje op zaterdag bijvoorbeeld. Of voor een broodje op vrijdagmiddag omdat je nu eenmaal geen havermout in een lunchpakket kunt stoppen.

Hoe duid ik?
Ik kwam tot de conclusie dat je 'afhankelijkheid van geld' op twee manieren kunt verstaan. In de eerste plaats is er een feitelijke en onoverkomelijke relatie tussen de mens en geld - onze economie draait op geld, en om in economisch verkeer te participeren moet je nu eenmaal euro's tevoorschijn toveren. Je moet ontvangen en uitgeven. Dat is helemaal niet verkeerd. In de tweede plaats is er de corrumperende relatie tussen mens en geld, waarin de mens zich laat overheersen door het geld.

Hier werd ik deze week mee geconfronteerd: geld is er altijd in de vorm van een brullende oranje leeuw op een plastic pas. Waarom is het lastig als je die opeens niet meer hebt? Omdat je gewend bent te 'kunnen' kopen. Als die mogelijkheid weg is besef je pas hoe raar dat eigenlijk is. Je koopt soms om het kopen. Zonder dat het nodig is. Ik vind het mooi dat studenten veel delen en ruilen en zich zo in mindere afhankelijkheid van geld opstellen. Een mens wordt daar creatiever van. Als je arm bent zoek je oplossingen, als je rijk bent word je lui.

Ik kon de biertjes van de Zweedse vrijbuiter betalen. Hij vertrok weer naar Amsterdam -zonder kaartje natuurlijk. Ik bedacht me toen dat Annie M.G. Smidt ooit een column schreef in het Parool met de titel: "Hoeveel zaliger te geven dan te ontvangen." Voila, een derde speler in de geld - mens relatie.
Mens (a) heeft geld (b) en geeft aan mens.(c) Zo zou het eens vaker moeten zijn.

1 opmerking: